Onze landelijke werkgroep bestaat sinds 1998. Wij maken deel uit van de Nederlandse Orde van Grafologen. Sommigen zijn ook lid van de Stichting Haenen-van der Hout of van de Vereniging voor Leraren Schoonschrijven en Machineschrijven. Op basis van schriftanalyse helpen wij leraren en ouders om kinderen bij het schrijfonderwijs te begeleiden. Wij geven voorlichting in de vorm van voordrachten en workshops, geven advies en verrichten onderzoek (handschriftanalyse, individueel of groepsgewijs) en behandelen (praktische hulp). Kindergrafologen gaan o.a. na wat schrijfmethoden met kinderen doen en geven advies bij de samenstelling en/of aanschaf van een schrijfmethode.
Sinds het begin van de vorige eeuw zijn er meer dan honderd nieuwe schrijfmethoden verschenen. En de samenstellers gaan er steevast van uit, dat het kind het schrijfvoorbeeld moet nadoen! Maar schrijven loopt snel het gevaar in technisch schrijven te vervallen. "Vermethodieking" ligt op de loer, waar juist schrijfplezier geprikkeld zou moeten worden. Je kunt je afvragen waar de ontwikkelaars van schrijfmethoden zich zo druk om maken. Wat maakt bijvoorbeeld een lusje meer of minder, rechtshellend of steil, ronde of hoekige letters, on- of verbonden letters nou eigenlijk uit ? Om te zwijgen over de vraag welke invloed een met dwang opgelegd keurslijf in de vorm van een rigide schrijf- en bewegingsvoorbeeld op zich ontwikkelende kinderen kan hebben.
Mw. Haenen-van der Hout stelde dat elk kind een volstrekt eigen bewegingspatroon heeft. Dr. J. Altera wees op wat voor hem vaststond: schrijven is primair een persoonlijke grafische uiting, waarin de schrijver diens psychische leven openbaart. H. Pfanne trok deze visie door en stelde, dat de kinderlijke persoonlijkheid mede wordt gevormd door het dagelijkse en jarenlange "voorbeeldschrijven". Prof. dr. H. Wijnholds bestempelde veel schrijfmethoden destijds als "onnatuurlijk en slecht". Uit grafologisch oogpunt vond hij ze "totaal onjuist". Je zou mogen verwachten, dat het schrift kinderen "opvoedt" en niet schaadt in hun psychische en geestelijke ontwikkeling. De grafoloog dr. H. Dulfer heeft een aantal aanbevelingen gedaan, die voor zowel methodeschrijvers als leraren nog altijd fundamenteel zijn. Met Pfanne en Wijnholds pleit hij ervoor om - bij het samenstellen en aanschaffen van een schrijfmethode - grafologisch advies te vragen. Ook Prof A. Coleman (2001) laat met concrete voorbeelden zien, dat zowel methodemakers als leerkrachten kunnen profiteren van de bevindingen van kindergrafologen. Wie let er bij gebruik of aanschaf van een schrijfmethode trouwens op zaken als bijvoorbeeld schrijfbaarheid van de letter "t" en "s", lengteverschil van boven- en onderlussen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van bijvoorbeeld de middenzoneletters, begin- of eindhalen, magere of volle letters ?
Laat heel duidelijk zijn dat een leidraad die houvast, zekerheid en richting geeft voor leraar en kinderen onmisbaar is. Maar het schoolvoorbeeld moet wel natuurlijk, harmonisch en ritmisch zijn, wil daar ooit een vlot vloeiend en leesbaar schrift uit voortkomen. De letters moeten met een doorgaande beweging geschreven en met elkaar verbonden kunnen (niet per se moeten) worden. Ritmische afwisseling van ontspanning en spanning van de spieren vindt dan plaats in respectievelijk op- en neerhalen.
Het handschrift ontwikkelt zich met het kind mee. Om te kunnen schrijven zijn o.a. een goed functionerend bewegingsapparaat, normale ogen, normale hersenfuncties en een zekere ontwikkeling van besef van ruimtelijke vormen en ruimtelijke oriëntatie noodzakelijk. Zodra aan één of meer van deze voorwaarden (nog) onvoldoende voldaan is, heeft dit invloed op het (leren) schrijven. En dient de verwachting en ook de aanpak van het onderwijs dienovereenkomstig te worden bijgesteld.
Verder is stress van nadelige invloed. Enerzijds betekent dit een pleidooi voor een schrijfmethode die elk kind op individuele wijze stimuleert zonder het daarbij te overvragen. Anderzijds betekent dit dat er "verzachtende omstandigheden" gelden voor de beoordeling van de "kwaliteit" van het handschrift als het kind door een moeilijke fase in zijn ontwikkeling gaat. Daarnaast kan handschrift een signalerende functie hebben om problemen tijdens de ontwikkeling van het kind vroegtijdig te onderkennen.
Door training wordt het schrijven steeds zekerder en sneller totdat het op circa negenjarige leeftijd geautomatiseerd verloopt. Dit betekent dat het schrijven als handeling onbewust verloopt dus zonder tussenkomst van het bewustzijn. In deze fase ziet het handschrift er nog schools uit en is het meestal regelmatig. Naarmate de schrijfbeweging minder geremd wordt door bewuste sturing, wordt het sneller en vloeiender. En persoonlijker. Of, wanneer en in welke mate deze automatisering optreedt, hangt af van individuele verschillen tussen kinderen onderling maar ook van de manier waarop het schrijven wordt aangeleerd. Het gevolg is dat de leeftijd waarop een kind "schrijfrijp" is en de schrijfvaardigheid die het uiteindelijk bereikt, zowel van de aanleg als van de omgeving (schrijfmethode) afhankelijk is.
Tijdens de puberteit treedt - onder invloed van stress - tijdelijk verval van het schrift op. De vloeiende, elastische schrijfbeweging gaat verloren. In de adolescentie zijn er geregeld momenten van gekunsteld schrift en kenmerken van stress. Een tweede "verslechteringspiek" is kenmerkend voor de identiteitscrisis, die gewoonlijk rond het 16e levensjaar plaatsvindt. Aan het einde van de adolescentie is geleidelijk aan opnieuw een stabiel handschrift bereikt dat daarna in principe als volwassenschrift stabiel blijft.
De werkgroep kinderhandschrift kan het schrijvende kind van dienst zijn door:
Wij helpen leraren en ouders graag om kinderen bij het schrijfonderwijs te begeleiden. Ook door samen te werken met alle schrijfdisciplines. En door kennis te bundelen en elkaar aan te vullen. Ook hier zijn we samen meer. In dit geval een meerwaarde voor het welbevinden van zich ontwikkelende mensenkinderen. Dat is het meer dan waard; we zijn het aan ze verplicht!
Voor verdere gegevens kunt u contact zoeken met onze secretaresse: mevr. A. Schoemaker-Ytsma, email platformhso@home.nl
Enige uitgaven (via de secretaresse van onze werkgroep te bestellen):