Handschrift december 1936

Brief Anne van 18-12-1936 nader bekeken.

Beperkingen:
  1. Werken vanaf een kopie. Bijvoorbeeld de druk op de ondergrond kan niet precies vastgesteld worden.
  2. Geschreven op gelinieerd papier. Het eìgen regelverloop is nu niet vast te stellen en het zelf kunnen ordenen van de regels is minder goed te beoordelen. Wel kan het schrijven op gelinieerd papier iets zeggen over het zich voegen naar wat voorhanden is of wat er verwacht wordt of waar je steun aan kunt hebben. Dit papier heeft een gekleurde illustratie om het plezier in een briefwisseling te vergroten of daartoe te stimuleren en is dit schrijfvel uit esthetisch oogpunt gekozen.
  3. De aangehaalde voorbeelden in onderstaande beschrijving gelden niet automatisch voor andere handschriften.
Om het eigen referentiekader van de beoordelaar uit te sluiten is dit handschrift bekeken aan de hand van de kinderkenmerkentabel van Ajuriaguerra.
Het betreft een meisje van 7½ jaar (12/06/1929 – 18/12/1936).

Bij de vormkenmerken scoort ze het hoogste niveau bij 10½ jaar en het middelste niveau bij 11 jaar. Onze opmerking dat ze goed schrijft voor haar leeftijd is daarmee bevestigd.
Navraag bij twee dames uit resp. 1920 (plattelandsschool)en 1927 (stadsschool), die zelf ook mooi schrijven, leert dat veel meisjes op school keurig konden schrijven.
Bij de motoriekkenmerken scoort ze middenniveau. In de totaaltabel voor meisjes komt ze op het hoogste niveau voor 8½jaar en op het middenniveau van 9 jaar. Een jaar voorsprong in schrijfmotorisch opzicht.
De motoriekscore kan lager uitvallen, doordat ze niet ongedwongen heeft kunnen bewegen. Onze indruk, dat ze de tekst na heeft geschreven bleek op de tentoonstelling bevestigd. Zus Margot heeft de Duitse tekst voorgeschreven. Anne moest dus iedere keer kijken hoe een woord gespeld moest worden en moest ook met de liniatuur rekening houden. Zowaar een hele opgave voor een meisje van 7½ jaar! In regel 7 zien we de vermoeidheid dan ook toeslaan.

Verdere opmerkingen:
Ondanks het feit, dat ze elke letter volgens de geleerde vorm wil maken, zien we eigen beweging in het schrift door de grootteverschillen in de middenzone (vgl. herzlichsten in regel 2 en omi erboven, mal in de laatste regel, waar de m groter is dan de a, g van geschenke in regel 7). Er zijn bijvoorbeeld vloeiende bewegingen (mir – onderste regel) en hoekige bewegingen (mal in diezelfde regel), evenals doorlopende verbindingen en afgebroken verbindingen. Veel wisselingen voor wie dieper kijkt. Aangezien deze vele wisselingen zich in de middenzone bevinden, kunnen we denken aan stemmingswisselingen: de ene keer door invloeden van buiten, de andere keer vanuit haar eigen aard (zich wel/ niet snel kunnen aanpassen). Ze doet erg haar best om aan de verwachtingen van de omgeving te voldoen, zich zo veel mogelijk te voegen (lettervorm, op de lijn schrijven, etc.) "Omi" moet een mooie brief voor haar verjaardag krijgen! Ze lijkt de lat voor zichzelf hoog te leggen.

Opvallend zijn ook de lange lusletters: wil ze zelf tot aan de lijn erboven reiken of is dit ook op aanraden/ voorbeeld van Margot ? Het is een grote inspanning voor haar, getuige de vele bibberingen in de ophalen van de lusletters, wat niet geheel op het conto van de kroontjespen is te schrijven gezien de zekere halen in de rest van de tekst. De onderlussen reiken niet tot aan de volgende lijn eronder. Dit om regelverhaking te voorkomen. Bij geburtstag in regel 3 en berd in regel 4 zien we hoe ze haar best doet om de lussen elkaar niet te laten raken, laat staan ze door elkaar te schrijven.

Vergelijken we de n in wünsche (r.1) en de n in stefan (r.4) en op nog meer plaatsen, dan zien we de afwisseling tussen de ronde boog (arcadevorm) en de hoekige beweging (hoekvorm). In deze twee letters is ook de druk wisselend, op de kopie te zien aan de zwartheid van de schrijfhaal. Bij de n in danke (r.4) heeft ze wel het geduld om weer over de eerste neerhaal naar boven te gaan, alvorens de ronde boog te maken. Bij de tweede n in haar naam gaat ze onderaan de eerste poot al naar rechts.
Ze geeft duidelijk het verschil tussen i-punt en umlaut weer. De i-punten zijn wisselend van vorm, maar steeds hoog geplaatst. De vorm van de umlauten is ook wisselend. Zie de komma’s boven wünsche (r.1) en de bijna neergesmeten strepen boven de o van schöne (r.5).

Op veel plaatsen is de verbinding tussen de letters onderbroken, terwijl het schrift een verbonden indruk geeft. Ze probeert de lijn zo goed mogelijk weer aan elkaar te plakken/ lassen, zodat het doorgaand lijkt. Zie bijvoorbeeld zum (r.3) de lijn van de u naar de m. Het drieletterwoord mir in de laatste regel is prachtig verbonden, terwijl het in het eropvolgende mal niet lukt.

In mir zien we veerkracht en in mal niet meer. Daar heeft ze de verbinding tussen de m en de a niet meer zorgvuldig gemaakt. Nog een innerlijke tegenstelling.
Bij geschenke in regel zeven last ze -na de verwarring over welke letter eerst moet- de h en de e na een stop weer aan elkaar.

Ze zakt verschillende keren door de lijn heen, bijvoorbeeld middenin danke (r.4) en aan het eind van haar eigen naam. Een enkele keer blijft ze erboven, de n in schöne (r.5), de o in schöne (r.7) en de tweede n-poot in haar naam.
Aan de ene kant had ze steun aan de lijn en leunde ze er op en aan de andere kant moest ze steeds zorgen op de lijn te schrijven, wat de beweging beïnvloed heeft.
Ik ben heel benieuwd hoe de regelvoering zonder de liniatuur geweest zou zijn. Ik verwacht schommelender.

Ze heeft steeds de kracht om zich na een verschrijving te herpakken. Bijvoorbeeld in het woord wünsche in regel twee. Een groot verschil tussen de eerste drie letters en de laatste vier, met zelfs een hele fraai vormgegeven s.
Voor een Duitse tekst is er weinig hoofdlettergebruik, alleen bij Freitag en Anne. Hoe had Margot het voorgeschreven ?
De hellingshoek is wisselend. Zie o.a.de richting van de h en de l in herzlichsten (r.2) en de h en de k in geschenke (r.7).
Het stukje rei in schreibe (laatste regel) heeft schwung in tegenstelling tot de moeizame bovenlus van de k in geschenke (r.7).
Grappig is de s in geburtstag, net een springend meisje tussen twee volwassenen (de t’s) in. Die s heeft een andere uitvoering, meer als een door-, meegaande beweging.

Samenvattend zien we een levendig kind, dat zich zoveel mogelijk probeert te voegen. Haar eigenheid speelt wel eens op, te merken aan gedragsveranderingen. Ze kan zowel geduldig en vriendelijk als een potje ongeduld met nukken zijn. Dit laatste meer in eigen kring dan naar de buitenwacht. Deze innerlijke tegenstellingen vragen veel energie. De veerkracht is wisselend. We zien een kind met goede intelligentie, dat in contacten de ene keer wat toeschietelijker zal zijn dan de andere. Ze wil gezien worden, durft er te zijn, maar heeft ook weer haar twijfels of ze wel wat voorstelt.
Op wilskracht kan ze een opgelegde of voorgenomen taak afmaken.

Achteraf:
Wat moet het voor een beweeglijk kind een ramp geweest zijn omlater in het kleine Achterhuis te moeten leven. Een jong leven, dat moet groeien en zich wil ontplooien (gesymboliseerd in de beweging naar rechts), dat beperking na beperking krijgt opgelegd. Het zich constant aan moeten passen aan de situatie en de gemoedstoestand van de volwassenen om haar heen. Hoe vind je als opgroeiend mens harmonie en balans in zo’n situatie? Gelukkig heeft ze haar beweeglijke geest en opmerkzaamheid positief aangewend door haar belevenissen en gedachten aan het papier toe te vertrouwen.

Nieuwleusen
A. C. M. Schoemaker - Ytsma, 26-10-2006 

laatst gewijzigd: 11-10-2008

terug naar WKH/Artikelen/Anne Frank