Handschrift april 1940

Handschrift Anne op 12 jarige leeftijd (april 1940) blad I en IV aan Omi

In de uitgave "Anne Frank haar leven in brieven", Anne Frank Stichting, Amsterdam, 2006 staan pagina II en III van deze brief gepubliceerd.

Wat een verschil met het handschrift uit 1938 ! Het schoolkind is tienermeisje geworden.
Het schrift is volledig geautomatiseerd en vervult een dienende functie. De hoofdletters zijn veel zekerder geschreven. Het schrift is sneller geworden.
Het verzorgd naar buiten treden blijft ze belangrijk vinden.
Is deze brief met vulpen geschreven in plaats van met de kroontjespen ? De hele tere halen zijn verdwenen en de drukverschillen in op- en neerhaal zijn minder groot, vandaar dit vermoeden.

Deze brief is in het Nederlands geschreven en begint (weer) met Ik.
Wat is er aan schriftkenmerken gebleven?
Wat is er veranderd? Eigen vormen:
De onderlus van de f is niet alleen verlengd, zoals de andere onderlussen, maar gaat door de neerhaal heen naar links en dan weer door die neerhaal op weg naar de volgende letter. Het is vlot en zwierig uitgevoerd. Hier wijkt ze van de geleerde vorm af. We weten niet of dit uit haarzelf komt of dat ze die vorm ergens gezien heeft. In dit laatste geval neemt ze die vorm over en maakt deze moeiteloos. Het kan op een versiering duiden of op ijdelheid. Het maken ervan kost meer tijd, terwijl we bij andere letters een wegverkorting zullen zien.
Hield ze in de brief van 1938 de vorm van de t’s nauwgezet vast, nu is deze "vervallen" tot een neerhaal met boogje onderaan net als de schrijfletter l. Hier wint haar snelheid het van de vorm. Dat zien we ook bij de e’s die vaak op een i lijken, a’s worden bovenaan niet gesloten en de k verliest ook vorm. De schrijfsnelheid wordt erdoor vergroot.
De snelheid van schrijven en denken zien we ook in het weglopen bij de neerhaal in de m en de n. Wat in de brief van 1938 een enkele keer voorkomt, is nu standaard geworden. Het kwam daar al voorzichtig tevoorschijn.
Bekijken we het woord Duits op blad I, regel 10. De t is verminderd van vorm, maar de s ook. (die schreef ze in 1938 nog heel secuur). Gek genoeg gaat dit niet ten koste van de leesbaarheid. Deze t en s zijn samen tot een geheel versmolten, tot een nieuwe vorm. Dat is iets eigens, dat onbewust gebeurt en haar letterlijke en figuurlijke vooruitgang weerspiegelt.
Het zit nog wel in het gebruikelijke ingebed; zo past ze zich wel weer aan.
De onderlengte is langer geworden.
De lengte van de onderlus wordt nu zo lang, dat ze er met het schrijven van de regel eronder rekening mee moet houden. Ze probeert meestal om er niet doorheen te schrijven (regelverhaking). De i-punt in r. 14 van jullie is in de onderlus van krulletjes gezet. Ze raken elkaar wel in IV onderste regel bij de g van uitgewaaid en de M van Margot.
Het maken van een langere onderlus kost meer tijd. Ze neemt die en gaat de diepte in. Wat ze daaruit meeneemt wordt afgesloten voor het de middenzone van haar schrift bereikt. De aandacht voor de mensen om haar heen was er al, maar nu komt de aandacht voor het materiële erbij. Het bezitten van eigen dingen geeft plezier, bijvoorbeeld.
De sprookjestijd is voorbij. Hoe zit het leven echt in elkaar ? Ze is er benieuwd naar. Ze reikt naar boven, naar rechts en naar beneden. Dat zal veel energie gekost hebben.
Als tegenwicht komt in de hoofdletters en de "nieuwe" f een extra beweging naar links: Tijd om erover na te denken, een en ander te laten bezinken. Het gevaar zichzelf er in te verliezen is meer aanwezig dan in de brief van 1938.
De woordafstand is minder groot geworden.
De wijde woordafstand zien we een enkele keer terugkomen. I- regel 3: tussen wij en zoveel, IV – regel 16 tussen niet en uitgewaaid.
Ze beheerst het maken van zinnen. In plaats van het woord is nu de zin een geheel geworden. Tussen de woorden kan haar eigen o en daarmee is de woordafstand goed en regelmatiger geworden. De verbondenheid is groter geworden.
Door haar goede woordbeeld en grotere schrijfvaardigheid schrijft ze langere woorden zonder te stoppen. Er zijn daardoor minder lassen te zien. Ook door het sneller vooruit willen schrijven/ vooruit kunnen denken is de verbondenheid gegroeid.

De tabel van Ajuriaguerra is niet meer op dit handschrift toe te passen, want die gaat tot en met 11 jaar. Volwassen tabellen zijn niet te gebruiken op kinderhandschriften.
Toch blijft ook in deze brief haar handschrift ouder aandoen dan haar kalenderleeftijd is. Het is niet goed te zien of deze brief op gelinieerd papier geschreven is.
Desondanks zien we wel veel beweging en afwisseling in de regelvoering: IV onderste regel verloopt bol, IV regel 10 verloopt stijgend, I regel 1 verloopt hol en dalend, I regel 4 is schommelend.

De lange bovenlussen en de verlengde onderlussen trekken aan de middenzone, die desondanks voortsnelt. In de middenzone is ook veel wisseling te zien. De beweging ziet er in z’n geheel elastisch uit, zodat er nog rek in zit.
De letter f beslaat de drie schriftzones en varieert van 17-20 mm. Haar middenzone is gemiddeld 3 mm. De onderlus in IV regel 10 krijgen is 14 mm. Een evenwichtige zoneverdeling is niet aan de orde.
De discipline om een brief af te maken brengt ze op. Hoeveel velletjes werd deze brief uiteindelijk ? Bij IV nog niet af.
Het blijft behelpen om met een kopie te moeten werken en jammer, dat de papierligging niet te achterhalen is.

Samenvattend breekt haar persoonlijkheid meer (in het schrift) door.
Innerlijk gebeurt er heel veel, terwijl het aan de buitenkant vrij rustig oogt.

A.C.M. Schoemaker-Ytsma / 31-10-2006

AS/ 11-10-2008

terug naar WKH/Artikelen/Anne Frank